Artikel

In het woordenboek van La Real Academia española vinden we volgende definitie terug “pequeña porción de algún alimento que se sirve como acompañamiento de una bebida.” De kleine, zuiderse hapjes zijn al een tijdje ingeburgerd op de Vlaamse aperitieftafels. Tijdens de lessen Spaans mag het natuurlijk niet ontbreken als onderdeel van de cultuur en gastronomie. De cursisten proefden ervan en dan is het interessant om de oorsprong van deze culinaire hapjes te bespreken.

De meest voorkomende legende is die van koning Alfonso X, bijgenaamd ‘El Sabio’ of ‘De Wijze’. Op een bepaald moment sukkelde hij met zijn gezondheid, voornamelijk verteringsproblemen. Op advies van zijn hofarts neemt hij meerdere malen per dag een paar slokjes van een medicinale maar ook alcoholische drank. Alcohol op een nuchtere maag… dat stijgt snel naar het hoofd! Vandaar dat hij aan zijn kamerbediende vraagt om bij elk glas wat hapjes te serveren. In de dertiende eeuw was dat voornamelijk queso (kaas), jamón (rauwe hesp) en chorizo (een soort salami). De koning was zó tevreden over de smaakcombinaties en het effect op zijn vertering dat hij eiste dat in de Castiliaanse herbergen voortaan geen alcoholische drank meer zou geserveerd worden zonder iets van eten erbij.

Ook het woord “la tapa” geeft ons meer duidelijkheid rond de oorsprong. Tapar betekent namelijk “bedekken”. Men vermoedt dat men het glas wijn bedekte met een hapje om te vermijden dat vuil, zand of insecten in het glas terecht zouden komen.

Wat er ook van zij, Spanje geeft ons een héérlijk en eindeloos assortiment aan tapas die bij het aperitief steeds een succes zijn. Tijdens de cursus Spaans kwam deze selectie op de feesttafel: jamón serrano, queso manchego, chorizo dulce, chorizo de pata negra, pata negra, boquerones, aceitunas, tomates secos geserveerd met een glas cava. ¡Buen provecho!
 

Ga naar boven