Heek? Stokvis? Zoals zoveel lokale specialiteiten – denk maar aan onze hutsepot of witloof - heeft het gerecht of ingrediënt geen 100% correcte vertaling in een vreemde taal. Misschien heeft u de grote moten witte vis al zien liggen op een marktje in Portugal. Wenst u een stuk, dan zal men het bijna moeten afzagen, want het is vrij hard door het zouten. In de periode dat er noch koelkasten, noch diepvriezers waren, kon men op die manier de vis heel lang bewaren. Dat bacalhau populair is in Portugal wordt duidelijk als men het nationale kookboek openslaat! Er zijn zo’n 365 gerechten mét bacalhau, beweert men. Voor elke dag dus een andere versie en op elk feest in Portugal staat er gegarandeerd bacalhau op tafel!
Hoe kan men dan zo’n harde, sterk gezouten vis bereiden? Wel, door te ontzouten. Men legt de stukken 24 of 48 uur in water, dat regelmatig ververst wordt, en langzaam maar zeker krijgt men een zachte moot vis. Lekker als voorgerechtje zijn de zogenaamde pastéis de bacalhau. Men kan ze vergelijken met onze garnaalkroket, maar dan opgevuld met bacalhau. Samen met wat sla, tomaatjes en olijven en een frisse dressing is dit een ideale starter. Het recept vindt u verderop. Bom apetite!