DDe mooie Florinda werd door haar vader, don Julián, heer van Ceuta en Algeciras, naar het hof van koning Roderick in Toledo gestuurd.
Sinds de dood van haar moeder treurde Florinda, maar in de hoofdstad van het Visigotische Rijk vergat ze haar verdriet en genoot er van een verfijnde opvoeding tot adellijke dame. Hier maakte ze zelfs kans op de ontmoeting met een geschikte huwelijkskandidaat.
Het was snikheet en Florinda zocht samen met haar doncellas wat verfrissing aan de oevers van de Taag. Wat een heerlijke ervaring was het dat koele water van de stroom over je jonge lichaam te voelen stromen.
Maar… achter een dikke muur van klimop beloerde koning Roderick wellustig het uitgelaten spel van deze jonge meisjes.
Florinda voelde zich bedrogen. Bedroefd, beschaamd maar vooral gekwetst door het gedrag van haar beschermheer bracht Florinda haar vader op de hoogte van wat er gebeurd was.
Don Julián reageerde woedend en zou zich wreken. Hij sloot een (duivels)pact met de Berbers uit Noord-Afrika. Duizenden Moorse krijgers vallen het Iberisch Schiereiland binnen...