Artikel
Sintra, honderd procent Unesco-patrimonium. Romantiek ten top, gelegen in een subtropisch microklimaat. Volgens alle reisgidsen de obligate ééndagsuitstap vanuit Lisboa. Dat schept hoge verwachtingen en dus had ik drie dagen uitgetrokken om er rond te slenteren, de hoogtepunten uitgebreid te bezoeken en verborgen pareltjes te ontdekken.
Ik logeerde in een hotel vlakbij alle bezienswaardigheden. Praktisch want ’s morgens stap je het Palácio Nacional als eerste binnen en geniet je rustig van het overweldigende interieur. Het paleis was reeds een verblijfplaats tijdens de middeleeuwen. Eerst bewoond door de Moren, vanaf de Reconquista door de Portugese koningen tot 1910.
Vervolgens ging het richting Quinta da Regaleira. Dit landgoed is maar één van de zovele idyllische paleisjes in Sintra en omgeving! De gebouwen zijn opgetrokken in neo-manuelijnse stijl. Een overdadige en fijne bouwstijl met decoratie die verwijst naar de zee, de ontdekkingsreizen en de Tempeliers. Het park met weelderige fauna en flora is ideaal voor een picknick of een rustige wandeling. Ook ondergronds kan je kuieren! Verschillende tunnels verbinden torentjes, fonteinen en ‘magische’ putten… Vergeet je zaklamp niet! Een koffie of thee kan je drinken in het luxehotel Palácio de Seteais even verderop. De naam – os sete ais - verwijst naar de zeven zuchten die de Portugezen zouden geslaakt hebben bij het Verdrag van Sintra of was het dan toch de Moorse prinses die nu nog altijd ronddwaalt in het paleis ….
Dag twee begon met een stevige wandeling naar het Castelo dos Mouros. Een Portugese winkeluitbaatster keek werkelijk geschokt als ik vroeg naar een rustig wandelpad naar de top. De meeste toeristen verkiezen immers de bus of de wagen en niet de zestig minuten durende wandeling die de kuiten intens doet werken. Maar de klim is fantastisch! Heel de heuvel is beschermd natuurgebied en achter elke hoek liggen andere tinten groen. Als je uiteindelijk aan het Castelo dos Mouros aankomt, sta je zo’n vijfhonderd meter hoger. De Moorse vesting werd opgetrokken in de achtste eeuw en diende als uitkijkpost over de Costa de Lisboa. Meer dan de omwallingen en enkele torens is er niet te bekijken, maar de vergezichten zijn magnifiek, zeker bij heldere hemel!
Vanaf het Castelo dos Mouros kan je al een glimp zien van het Palácio da Pena. Een uitspatting van de prins-gemaal Dom Fernando van Saxen-Coburg-Gotha! Het extravagante paleis werd gebouwd op de ruïnes van een klooster en is een prachtig voorbeeld van het romantisme in de negentiende eeuw. Je komt ogen tekort om alle delen, kleuren, ornamenten en verdiepingen te vatten. Het sprookjeskasteel en het dito omliggende park zijn uitgeroepen tot één van de zeven wonderen van Portugal.
Dag drie bracht ons ’s morgens naar het Convento dos Capuchos. Een Franciscanerklooster op zo’n acht kilometer van het centrum van Sintra. Het contrast kan niet groter zijn met de her en der verspreide romantische paleisjes en villa’s waarvoor Sintra zo bekend staat. Het klooster ligt verborgen tussen de rotsen. Kil, klam en donker. Niets voor niets gingen de kloosterlingen o convento binnen door de “deur van de dood”. Het leven stopte daar. Om het vocht van de serra buiten de muren te houden, plaatste men kurk op de plafonds en de wanden. Vandaar dat het klooster ook bekend staat als “Convento da Cortiça”, het klooster van de kurk. In de omgeving kan je aangenaam wandelen en aan de site is een kleine cafetaria en souvenirswinkeltje verbonden.
Als afsluiter was er het Palácio e Parque e Monserrate. Het vakantieverblijf van de superrijke familie Cook tijdens de negentiende eeuw. Het park omvat vele botanische pareltjes én het eerste gazon ooit aangelegd in Portugal. Het gebouw ademt volledig de neo-moorse stijl. Binnenin maakt het arabische stucwerk dat je je in Sevilla waant.
Sintra ontgoochelt zeker niet als UNESCO patrimonium, integendeel! Maar het is meer dan het Palácio Nacional en het Palácio da Pena. Geniet van de vergezichten, de paradijselijke fauna en flora en de romantische sfeer. Proeven van een paar lokale zoetigheden, zoals de travesseiros en de queijadas, gevolgd door een likeur, een glas Colareswijn of een bica maken de ervaring compleet!
